Wie ik ben — en waarom ik doe wat ik doe

Tot een aantal jaar geleden zou ik nooit hebben gezegd dat ik iets met trauma te maken had.
Ik groeide op in een liefdevol gezin. Alles leek op orde. We hadden het goed, deden leuke dingen, kregen kansen.
Maar er waren ook stiltes. Spanning. Dingen die niet uitgesproken werden, maar wel gevoeld.

Al vroeg leerde ik om aan te voelen wat er nodig was. Om me aan te passen. Om niet te veel te zijn.
Ik voelde veel, maar hield het liever bij me.
Boosheid werd weggestuurd, verdriet mocht even — en dan weer doorgaan.
Ik werd een makkelijk kind. Behulpzaam. Meegaand. Altijd afgestemd op de ander.

Zorgen voor anderen werd vanzelfsprekend. En mezelf vergeten ook.

De beweging naar binnen

Pas toen mijn lichaam het op een dag niet meer trok, begon ik te luisteren.
Wat ik jarenlang had weggeduwd, diende zich aan — in de vorm van uitputting, onverklaarbare klachten, en een diep gevoel van leegte.
Ik huilde veel, maar zelfs dat voelde soms teveel.
Ik wist niet meer wat ik voelde, wat ik nodig had, of wie ik eigenlijk was — los van wat er van mij verwacht werd.

Therapie, gesprekken, opleidingen… ik was goed in ‘meedoen’. In sterk blijven.
Maar ergens onderweg begonnen de scheurtjes te komen.
Kleine momenten van stilte. Van voelen.
Van niet meer weten, en dat durven toelaten.

En precies daar begon de ommekeer.


Thuiskomen in mezelf

Ik begon aan een opleiding tot lichaamsgericht traumatherapeut, nog met de opmerking:
“Ik ben benieuwd of ik trauma zal hebben”
Het antwoord kwam sneller dan ik had verwacht — niet als oordeel, maar als inzicht.
Niet in de vorm van grote gebeurtenissen, maar in alles wat er langzaamaan insloop.
Het missen van verbinding. Het doorslikken van emoties.
Het jarenlang aanpassen, terwijl ik mezelf uit het oog verloor.

Door vertraging en bewustwording begon ik mezelf stukje bij beetje terug te vinden.
Ik ging luisteren naar mijn lichaam. Naar mijn binnenwereld.
Naar de delen in mij die zó gewend waren om te overleven, dat ze het leven zelf bijna niet meer konden toelaten.

Het was geen rechte lijn, en dat is het nog steeds niet.
Maar ik leerde hoe helend het is om er gewoon te mogen zijn.
Zonder oordeel. Zonder haast.
Met zachtheid. In mijn eigen tempo.

Waarom ik dit werk met heel mijn hart doe

Vandaag werk ik met mensen die voelen wat ik destijds voelde.
Die vastlopen, maar niet precies weten waarom.
Die functioneren, zorgen, volhouden — en zich ondertussen leeg of verdwaald voelen.

Mensen die niet weten waar ze zichzelf zijn kwijtgeraakt,
maar wel voelen: dit wil ik niet nog jaren zo blijven doen.
Mensen die niet alles hoeven te verklaren, maar wél weer willen voelen.

Ik begeleid hen met alles wat ik heb geleerd — niet vanuit afstand, maar vanuit herkenning.
In zachtheid, in vertraging, in contact.
We luisteren samen naar wat jouw lichaam al zo lang weet.
En wat nu eindelijk ruimte mag krijgen.

En elke keer opnieuw ben ik dankbaar dat ik dit mag doen.
Dat ik iemand mag ontmoeten precies zoals die is.
Zonder masker. Zonder moeten.
Alleen maar écht.


Je bent altijd welkom

Als je voelt dat er iets mag verschuiven —
ook al weet je nog niet wat,
ook al durf je het nog niet hardop te zeggen —
weet dan: je hoeft het niet alleen te doen.

Je bent welkom.
Precies zoals je nu bent.